Je zit in de stoel,
raam wagenwijd open,
geluiden van buiten,
lijken je niet te storen.
De temperatuur is al even koud
als je hart.
Ik zie eén en al verkramping
vasthouden aan verleden,
en valse hoop voor een toekomst.
Ik zie geloof
in jou verhalen,
en jou meningen
die je mijmerend vasthoud.
Denken heeft jou overgenomen,
van dat wat jij werkelijk bent.
Maar gedachten kunnen niet voelen.
Wanneer ik jou hier naar terug breng,
zie ik iets breken.
Tranen komen
Eindelijk geeft jou ik het op.
Ik zie het aan je ogen
fonkelende
ontmoeting met de stille ruimte
tijdloos...
©Moon